maandag 23 juli 2007

23 juli 07 Skogar naar kirkjubaejarklaustur



S'morgens doen we nog een laatste poging om de pakketten terug te vinden ...tijdens de nacht viel mijn frank dat waarschijnlijk de naam die we op de pakketten schreven iets betekend en dat ze daar zullen naartoe gebracht zijn?
Na met een Ijslander gesproken te hebben ontdekken we dat De naam Byggoasafn museum betekend in het Ijslands.
In het museum vinden we dan toch de pakketten en hebben we terug eten voor de volgende dagen....

We maken van de gelegenheid gebruik om het museum buiten te bezoeken samen met een groepje duitsers, we aarzelden nog wat maar werden vriendelijk uitgenodigd door de oprichter Þórður Tómasson Het volksmuseum huisvest een groot aantal gebruiksvoorwerpen en enkele historische gebouwen zoals een oud houten herenhuis dat werd gebouwd met drijfhout (1878), een kerkje (1879), een turfboerderij (1880), een schooltje (1901) en een boerderij (1919). Alle gebouwen zijn van elders naar het museum getransporteerd.












Door al dit rondgezoek hebben we onze bus van de dag gemist en proberen dan het liften...wat eigenlijk meteen goed lukt met een Engels koppel , Zij zetten ons af aan de afslag voor dyrholaey....en dan gingen we maar een stuk stappen en werden we meegenomen door een Zwitsers duo, een mama en haar tienerdochter...Zij brachten ons tot in Kirkjubæjarklaustur (prijs voor busrit bespaard van 4400 isk)










Het plaatsje Kirkjubæjarklaustur ( ongeveer 140 inwoners) ligt in het zuiden van IJsland aan de hringvegur (de rondweg, wegnummer 1) tussen Vík í Mýrdal en Höfn. De geografische ligging maakt dat Kirkjubæjarklaustur bekender is dan plaatsen van vergelijkbare grootte. Kirkjubæjarklaustur is de enige van de plaatsjes in de nabije omgeving die een vrijwel volledig pakket van diensten, zoals een tankstation, een bank, een postkantoor en supermarkt, biedt. Bovendien ligt het centraal tussen toeristische trekplaatsen, zoals de Lakagígar kraters, de Eldgjá (vuurkloof) en het Nationale Park Skaftafell.

Nog voor de permanente kolonisatie van IJsland hebben waarschijnlijk tijdelijk Ierse monniken bij Kirkjubaejarklaustur gewoond. Vanaf 1186 tot de reformatie in 1550 heeft er een Benedictijns nonnenklooster gestaan. De namen van de nabij gelegen waterval Systrafoss (waterval van de zusters) en het Systravatn meer op de hoogvlakte boven het dorp verwijzen naar dit klooster. De Systrastapi (zuster’s kei) verwijst naar een rots waar twee nonnen, die van vermeende activiteiten van ketterij werden verdacht en derhalve zijn verbrand, zijn begraven. Het dorp werd in IJsland beroemd na een uitbarsting van de Lakagígar vulkanenrij in 1738. De pastoor van de plaatselijke kerk, Jón Steingrímsson, hield toen een dienst dat bekend werd als de "Vuurdienst". De legende zegt dat deze dienst de lavavloed tot stoppen bracht, en het dorp derhalve op het laatste moment spaarde. Een kapel werd in 1974 ter nagedachtenis aan deze pastoor gebouwd.






Een attractie vlakbij het plaatsje is Kirkjugólf (Kerkvloer), een natuurlijk geologisch fenomeen van basalt. Midden in het weiland staat een verzameling van basaltzuilen waarvan alleen de bovenzijde in een plat vlak net boven het maaiveld uitsteekt waarbij het lijkt alsof er in vroeger tijden een vloer is gelegd. Hoewel het niet uit overleveringen bekend was, heeft men gedurende lange tijd gedacht dat er ter plaatse ooit een kerk of iets dergelijks had gestaan. Dergelijke basaltformaties zijn niet uniek in de wereld, en iets dergelijks is bijvoorbeeld bij Giant's Causeway in Ierland te zien.